Verdoven
Wat was ik er vroeger goed in. Rond mijn 10e rookte ik mijn eerste sigaret(ten, want meteen drie in een noodtempo achter elkaar; de resulterende misselijkheid bleek onvoldoende om het nooit weer te doen). Ik werd betrapt door mijn moeder en door haar verplicht het aan mijn vriendjes te vertellen. Ik schaamde me kapot.
Dat terwijlHoe anders was dat een jaar of wat later, op de middelbare school. Alles en iedereen waar ik bij wilde horen, rookte. Onzekerheid troef, dus tel uit je winst, ik rookte stug mee en door. Niet veel later gevolgd door de eerste joint. ‘Uit pure verveling,’ zei ik toen. Achteraf bezien speelde vooral de angst om afgewezen te worden als ik het niet deed, of er niet meer bij te mogen horen, me parten.
Dat terwijl de angst voor drugs ook groot was. Mijn lievelingsoom was het grootste gedeelte van zijn korte leven verslaafd en is daar uiteindelijk aan overleden. Het heeft me er niet van weerhouden om andere soorten drugs te gebruiken.
En dan hebben we het over alcohol nog niet eens gehad. Op mijn 14e mocht ik voor het eerst uit, en werd ik niet veel later dan 00.00 uur kotsend en wel thuis afgeleverd. Iets wat vaker wel dan niet gebeurde in die tijd. Ik deed simpelweg na wat ik om me heen zag gebeuren. Al moet ik eerlijk zijn en zeggen dat ik als het aankomt op mateloosheid één van de uitblinkers was.
Als ik nu aan die tijd terugdenk, denk ik: ‘ach jochie toch.' Wat wilde ik graag gezien worden. En wat liet ik me weinig zien. Thuis sprak ik niet over dat wat ik echt voelde. Terwijl die ruimte er wel was. Met mijn vrienden al helemaal niet. Daar ging het vooral over wie de grootste had (no offence en ik was het niet ;-)).
Wat was ik goed in wegkijken. In het niet aankijken van de gevoelens die zich destijds aandienden. In verdoven. Het niet maken van verbinding op basis van dat wat er daadwerkelijk in me leefde. Een versie van mezelf laten zien waarvan ik dacht dat het hoorde.
En wat zie ik het nog veel om me heen, we verdoven onszelf massaal. We kijken weg door eindeloos veel koffie te drinken, door op elk willekeurig moment dat we even niets te doen hebben onze telefoon erbij te pakken en doelloos te gaan scrollen. Door onszelf te verdrinken in werk of in seks. Door een cocktail van het bovenstaande.
Of met pijn-stillers, ook zo eentje. Een illustratief woord, als je het ontleedt. We stillen de pijn in onszelf. Terwijl het pijn is die gevoeld wil worden. Zo moet dit stuk dan ook gezien worden, als een uitnodiging om het te hebben over onze pijn. Anderen kunnen je helpen door je gevoelens te erkennen. Expressie is niet voor niets het tegenovergestelde van depressie...
PS: overigens ben ik niet roomser dan de paus. Nog steeds kijk ik weleens weg, ga ik me te buiten aan wat dan ook. Maar tegenwoordig is die keuze veel bewuster en minder sterk gedreven door welke angst dan ook.